Recensie, geschreven door Karel Wasch over het gedicht
Gedicht aan de duur
van
Peter Handke
vertaald door Huub Beurskens
Even een gedicht bespreken, dat 52 bladzijden meandert, zingt en jubelt, vergt wel wat veel van een recensent. Zeker als dat van Peter Handke (1942) de Oostenrijkse woordkunstenaar is. Waarom heeft hij overigens niet al lang de Nobelprijs voor Literatuur gekregen? Moest Bob Dylan, de krassende popzanger, die zo nodig krijgen? Of liever André Hazes? Maar dit terzijde.
De geschiedenis van dit lange gedicht nam overigens een vreemde wending. Op 2 maart 1986 bracht Handke een kopie van zijn net voltooide manuscript Die Wiederholung (De Herhaling) naar de post om het zijn uitgever te laten lezen. Eerst had hij het bij een krantenvrouw in de stad laten liggen. Hij kreeg het manuscript dankzij haar terug en begon meteen met een gedicht. Gedicht aan die Dauer (Gedicht aan de duur) kwam zo tot stand. Het verscheen later als 'filosofisch-narratieve tekst.' (narratief staat hier voor verhalend, op de manier van een verhaal).
Op bladzijde tien tilt de dichter een stukje van de sluier op over wat de duur zou kunnen zijn en hij schakelt Goethe in:
'Dagen houdt het, jaren duurt het'-
Goethe, mijn held
en meester van het zakelijke zeggen,
je weet het weer eens te treffen:
de duur heeft met de jaren te maken,
met de decennia, met onze levenstijd;
de duur is het levensgevoel.
We weten nu dat het thema van dit gedicht zoiets is als het 'levensgevoel.' Wat is dat dan? Dat werkt Handke uit. Het kan zijn de verandering in de natuur, de liefde, voor zo lang die duurt.
Maar pas op:
'Nee al op de dag van het beleven was ik me ervan bewust
dat de duur aan het wonder ontbrak.'
Hij is dan getuige van weerlicht in de natuur, om te vervolgen met:
'Ik kon weliswaar het ogenblik vasthouden,
maar ik had er, zelfs toen,
geen recht op.'
Net als we een beetje volgen wat hij bedoelt, zet Handke er een streep door:
Wellicht onnodig te zeggen
dat er geen duur uitgaat
van de dagelijkse rampen,
de weer oplaaiende gevechten,
het tellen van de slachtoffers.
De trein die als gewoonlijk te laat is
de auto die je maar weer eens
onder modder spat, de besnorde agent aan de andere kant
van de straat die je met zijn vinger wenkt (...)
Maar gelukkig:
Het gedicht over de duur is een liefdesgedicht
Het gaat over een liefde op het eerste gezicht,
waar nog talrijke eerste gezichten op volgden.
En deze liefde,
die heeft de duur niet in een daad,
veeleer in een ervoor en erna,
waar, door de andere tijdszin van het liefhebben,
het ervoor ook erna
en het erna ook ervoor was.
Handke schreef veel in een bepaald café, dat nu met sloop wordt bedreigd, maar daarom niet getreurd:
Op bepaalde dagen is het café gesloten,
in sommige maanden is de bron opgedroogd
-misschien binnenkort voor altijd onder beton -,
maar dat doet er niet toe:
hier is het immers, het duuroord,
waar ik toen als nu mijn papier beschrijf,
met de aarde in de gestalte van de uitlopende
hazelaarkatjes in het vroege voorjaar, (...)
Het café waar hij mocht werken als rustoord, toevluchtsoord en duuroord, waar de tijd stil staat.
Handke vindt zelfs een nieuw werkwoord uit om te zeggen wat niet gezegd kan worden:
Voor zulke momenten van de duur
veroorlooft het gedicht zich een bijzonder werkwoord:
ze besterren je.
Het lange gedicht van Handke heeft mij besterd! Wat een Nobelprijsdichter! En een grote prestatie van de eigenzinnige uitgeverij Koppernik uit Amsterdam om dit uit te geven!
Peter Handke schreef romans, gedichten, essays, toneel en maakte teksten voor Wim Wenders' film Himmel Über Berlin.
ISBN 9789492313188 | Paperback | 52 pagina's | Uitgeverij Koppernik | september 2016
© Karel Wasch, 3 november 2016
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER