Recensie, geschreven door Karel Wasch, over de bundel
Een stukje van de regenboog
De 100 mooiste kindergedichten van het afgelopen decennium
samengesteld door Jan van Coillie
illustraties: Sassafras de Bruyn
In Een stukje van de regenboog vind je de mooiste gedichten voor kinderen die verschenen tussen 2010 en 2020. Het is grappige, ontroerende of wonderlijke poëzie van Edward van de Vendel, Bart Moeyaert, Kate Schlingemann, Jaap Robben, Bette Westera, Ted van Lieshout, Hans & Monique Hagen, Joke van Leeuwen, Geert De Kockere en vele anderen. Bijna alle versjes zijn origineel en authentiek en spreken ze jong en oud waarschijnlijk wel aan, door de magische spanning die eigen is aan poëzie.
De fraaie illustraties van Sassafras De Bruyn geven op een unieke manier kleur aan de magie van deze kinderpoëzie.
Het boek sluit aan bij Ma er zit een dichter in mijn hoofd (1983) Kom maar dichter (1990), De dichter is een tovenaar (2000) en Wat je ziet, zit in je hoofd (2011). De gedichten zijn geselecteerd op 4 criteria: Originaliteit, Authenticiteit, De juiste spanning en Vakmanschap. Dat leidt tot maar liefst 8 hoofdstukken waaronder verzen zijn gerangschikt: Letters woorden en boeken, Gevoelens en gedachten, Familie, School, De wijde wereld, Natuur, Dieren, Straffe verhalen en Slapengaan en dromen. Dat heeft als voordeel dat kinderen kunnen kiezen, waar ze in het boek beginnen.
Uit het hoofdstuk Gevoelens en gedachten:
Weer eens
’s Morgens na de hagelslag
groet ik de dingen van de dag
ik groet de grond waarop ik sta
de tafel en de tafella.
de lepels, vorken, messen,
de jam van rode bessen,
de kruimels naast mijn bord
ik groet het keukenschort,
dan klim ik op de keukenkruk.
roep uit het raam: wat een geluk!
dag kat, dag merel, beer.
dag buitenlucht, dag weer.
Bart Moeyaert
Uit het hoofdstuk Familie:
Zusje
Mijn kleine zusje is nooit eens stil
Ze doet alleen maar wat ze wil.
Ze brult en schreeuwt en tiert zo luid.
Was ze een popje,
dan zocht ik het kopje
en zette ik mijn zusje uit!
Floortje De Backer
Een opvallend vers uit het hoofdstuk De wijde wereld, is van Kasper Peters:
Zee aan gras
In het gebied waar meneer
geen voornaam is
het uitzicht een schilderij
kunnen de bruggen open
hele huizen staan er
voor een persoon
een zee aan gras
wilde vogels met een tam lied
je vraagt om een glas water
en waar halen mensen
de tijd vandaan voor een hond
die mag slapen in een bed
waar verliezen mensen
de tijd voor een oma in huis
voor een kop koffie
of de thee zonder suiker
Jaap Robben heeft het in het Hoofdstuk Dieren over
een vogeltje:
Tsjilp
Er wacht een kuiltje
in de schaduw
van de heg.
Voordat ik haar daar leg,
hou ik haar stijve lijfje
dicht tegen me aan.
Het was een dag
om weg te vliegen
en dat heeft ze ook gedaan.
Uit Straffe Verhalen het vers van Ted van Lieshout:
Het Spook
Er was een spook dat spoken wou, maar bang was in het donker.
En als er ’s nachts gedoold moest worden door het huis, dan klonk er
de hele tijd een stemmetje, ’t kwam uit een hoek vandaan,
dat angstig vroeg: ‘O, mag er alstublieft een lichtje aan.
De mensen die daar sliepen werden wakker van ’t geluid.
Ze lagen bevend in hun bed en durfden er niet uit,
behalve en klein meisje dat is opgestaan en toen
de gang op ging om voor het spook een lampje aan te doen.
Tot mijn niet geringe verbazing ontdekte ik dat de kinderen die ik het boek liet beoordelen, op het gebied van poëzie best veel aankonden. Zelf kom ik natuurlijk uit een generatie van Annie M.G.Schmidt-versjes. Maar deze kinderen, uit de buurt, familie, lezen al vaak behoorlijk ingewikkelde verzen. Een prachtige bundel met inspirerende gedichten en schitterende tekeningen. Mooi cadeau ook!
ISBN 9789002271243 | Hardcover | 208 pagina's | Davidsfonds/Infodok | oktober 2020
© Karel Wasch, januari 2021
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER