Poëzie-Leestafel

...

  • Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte
K. Michel



Recensie, geschreven door Karel Wasch, over de bundel


& rol door

gedichten

van K. Michel




Onder deze merkwaardige titel ligt nu deze bundel gedichten van K. Michel (pseudoniem van Michael Maria Kuijpers, Tilburg, 13 augustus 1958) voor. Hij won een groot aantal prijzen voor zijn poëzie. De Herman Gorterprijs, VSB-prijs, Jan Campertprijs en nog een paar. Of dat terecht is zullen we zien.

We lezen op blz.13:

 

Taalnood (Schelde)

Een zandkasteel beginnen te bouwen
een flink eind van de waterlijn
zodat het niet meteen bij het opkomen van de vloed
wordt weggevaagd.
En voor het boetseren van de torens
bij ontstentenis van een emmer
water gaan halen in een plastic zak
-wat moet dat moet- en tijdens
het teruglopen voelen hoe het bollende
plastic onder spanning staat en beseffen
dat het mogelijk niet lang meer duren zal
tot de handvaten los worden getrokken
of de bodem openscheurt.
voor deze hachelijke vorm van dragen
                              geen goed woord weten
-iets tussen vallen en groeien-
haastiger gaan lopen, ho ho niet schudden,
om bij het kasteel te komen voor het water breekt
-nee wacht, die uitdrukking is al vergeven,
                                        zoek maar iets anders.

 

Een gedicht over het halen van water in een plastic zak. Nou niet bepaald een romantisch gegeven. Maar daar trekt Michel zich nooit iets van aan. Hij observeert en  - vooral - hij beleeft. We voelen de spanning van de op knappen staande zak. Haalt hij het zandkasteel of vergaat het in de zee zonder fiere torens? Dat roept een zeker drama op. En dan zoekt hij naar de goede woorden. Erg postmodernistisch.


De cyclus Op Af beslaat maar liefst 9 bladzijden en eindigt met een erg lang gedicht. Maar het begint met:

 

Op af (klapstoel)


Toneelspeler komt op
vouwt een klapstoel uit
en spreekt die toe


‘Als je niet leuk doet
vinden wij je niet leuk
want arrogant.’


‘Als je wel leuk doet
vinden wij je niet leuk
want een aansteller.’


‘Je moet kortom gewoon
leuk zijn precies zo
leuk als wij leuk vinden.’


Toneelspeler recht zijn rug
klapstoel in en trekt
die aan zijn oor het podium af.


Er is hier sprake van een toneelspeler, die een stoel laat spreken over het probleem van ‘leuk vinden.’ Wat is leuk, wat niet? Clown loopt van trap is niet leuk, clown valt van trap wel.
En aan het eind van zijn conference neemt hij de stoel mee aan zijn oor. Is het plotseling bijna een mens geworden? Knap gedaan.


Berlin Mitte ‘98


Neon de maan. Helm verplicht.
Een woud van hijskranen, wachtposten
met lange snavels. Gedruis.
Rood knipperende antennes.
Enorme containers met beton zwieren
af en aan, worden leeggeschonken.
Hoge grote lampen belichten de bouwvlakte
als de speelvloer van een moderne opera.
Nachtvogels vliegen schichtig
door de baaierd van halogeen heen,
boodschappers die een ver vreemd hof
gaan berichten wat aanstaande is.
Zo dus krijgt de wisseling van de macht
contouren. En wij adembenomen
lopen snel door voor het beton gaat regenen.


Berlin Mitte is een stadsdeel in het tegenwoordige Berlijn. Eerst vormde het ’t centrum van Oost-Berlijn. Nu wordt er flink gesloopt en gebouwd. De meeste historische gebouwen staan er nog. De grote bouwput doet de dichter denken aan een moderne opera. Hij gebruikt de metaforen behendig. Hijskranen zijn wachtposten met lange snavels. Nachtvogels zijn boodschappers die een ver vreemd hof gaan berichten wat aanstaande is. En aan het einde is hij zo onder de indruk van het geheel dat hij bang is dat het beton gaat regenen. Fantasieën, die we kennen of ons goed kunnen voorstellen, bijgelicht door deze begenadigde dichter.


De bijna 50 gedichten in deze bundel zijn zeer divers. Bijna klassieke verzen in het eerste deel van de bundel tot meer experimentele in de tweede helft. Michel beheerst beide genres perfect. We mogen uitzien naar weer een mooie bundel.


ISBN 9789025458126 | Soft cover | 62 pagina’s | Uitg. Augustus/Atlas/ Contact| sept.  2020

© Karel Wasch, december 2020

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 



Recensie over de bundel

Te voet is het heelal drie dagen ver

Gedichten

K. Michel

geschreven door Karel Wasch




K.Michel wordt beschouwd als één van de belangrijkste dichters van deze tijd. Hij won maar liefst vijf prijzen voor zijn gedichten en bij iedere bundel zijn de kritieken jubelend.

Zo schreef Erik Menkveld in de Volkskrant : 'Het wemelt in zijn poëzie van de regels die zich in kraakheldere ongrijpbaarheid in je geheugen griffen.


De titel verwijst naar de Kármanlijn, die de grens tussen de aardatmosfeer en de ruimte situeert op ongeveer 100 km. hoogte. Dat staat achterin.


Verreweg het mooiste gedicht in deze bundel is:


Boekhouding


mijn boekhouder komt op bezoek
samen ruimen we een tafel leeg
voor zijn scheve toren van mappen
mijn zus komt binnen
ze doet heel kwaaiig tegen hem
eerst draagt ze een slobberig trainingspak
zoeen als danseressen tijdens het opwarmen dragen
even later een spijkerpak
waarom doe je zo bozig
vraag ik zachtjes op de gang
nou daarstraks was ik bij de huisarts
en die vertelde met veel omhaal dat ik sterven ga
wat een onnozele gast zeg ik
je bent toch allang dood
en we barsten in lachen uit
dan gaat zij naar de stomerij, gordijnen ophalen
en ga ik dit gedicht opschrijven
in de voorkamer, geen idee
waar de accountant is gebleven


iedere nacht hetzelfde de laatste tijd
met dan weer een rolkoffer dan weer een bloemetjesjurk
zo komt de boekhouding nooit op orde


Op het eerste gezicht niets aan de hand. Boekhouder komt langs. Mappen op tafel. Maar dan komt de zus van de hoofdpersoon binnen. Ze blijkt kwaad te zijn op de boekhouder. Hij neemt plaats in. Ze wilde vertellen dat ze ten dode is opgeschreven. Dat heeft de huisarts haar verteld. Het gedicht gaat kantelen. De hoofdpersoon zegt tegen zijn zus :'Je bent toch allang dood!' Hoe nu? denkt de argeloze lezer. Aha!
Het is een droom. De zus is werkelijk overleden en de boekhouder staat eigenlijk voor de Dood, die de stand van zaken wil opmaken. De zus gaat gordijnen halen. Wil ze de realiteit vervangen voor de droom? Licht voor duisternis. Dag voor nacht. In de laatste drie regels beklaagt de hoofdpersoon zich erover, dat zijn zus steeds weer in zijn dromen binnenkomt en de boekhouder en zijn boekhouding dwarsboomt. Een gedicht met maar liefst drie lagen. De realiteit, de droom en het leven tegenover de dood. Uiterst geraffineerd en kundig in elkaar gezet.


Paris / Charlie 7-1-15


Na al het nieuws
haal ik de heilige boeken
uit de kast
en schud daar de leeswijzers
en de vrome praatjes uit


Van deze zuiverheid
nastrevende stof
kneed ik een sneeuwbal
- haren en kruimels geen probleem -
en steek daar een vulpen in
tot de sneeuwbal zwart kleurt


Dan zet ik het machteloos
mooie 'vogels in bos en duin' op
schenk jou een glas rood in
en wachten wij op het onbedaarlijke smelten


Na de afschuwelijke aanslag op het satirische blad Charlie Hebdo in Parijs probeert de dichter zijn afschuw samen te ballen. De heilige boeken (De Bijbel, Guru-boeken, De Koran) kunnen geen soelaas bieden en de dichter schud er de leeswijzers en de vrome praatjes uit. Deze woorden geven hem geen troost. Maar hij kneed wel uit de wezenlijkheid van deze heilige woorden een sneeuwbal, wit onaantastbaar, om hem vervolgens met zijn vulpen zwart te kleuren, de kleur van wraak, woede en machteloosheid. Vervolgens zoekt de dichter in de laatste strofe verstrooiing hij zet het geluid op van vogels en neemt samen met zijn partner rode wijn. Leer te vergeten? Kunnen we vergeten? Huiveringwekkend in zijn kracht en eenvoud.


Naast deze prachtige verzen staan er ook wat lichtere gedichten in de bundel, zoals meestal in de bundels van K. Michel.. Zoals het vers Zwaai, waarin een astronaut een golfballetje wegslaat op de maan. Of Het  beknopt verslag van een nachtelijk telefoongesprek met de schilder Jan Andriesse. Of Bij de ingang, dat gaat over twee daklozen voor een supermarkt.


Het sleutelgedicht van deze bundel is Signaal en ruis.

De dichter is aangeslagen door allerhande triviaal nieuws, hij snapt de samenhang niet meer, maar dan volgt de oplossing in poeticis:


(...) Dus ving ik een maartse huis, nam hem
gezellig op schoot en samen bladeren we
'allemachtig' door de multimedia.
Tot de haas zei: los het raadsel op, vriend
doe een wens of laat me weer vrij.

Volgt een doorwaakte nacht vol hoofdbreken
licht kiert aan de horizon maar nergens een clou.
Voor hij wegstuift in de nakende dageraad
geeft de haas nog een laatste advies:


klim nu in de boom en fluister
terwijl je de bladeren doet ritselen
je hartenwens en laat daarna zaagsel
toverachtig sneeuwen door de takken
rondom je af te zagen ook die waarop je zit.


Hij mag van de toverfiguur uit  'Alice in Wonderland' de maartse haas, in een boom klimmen en het zaagsel  toverachtig laten sneeuwen nadat hij de bladeren doet ritselen. En uiteindelijk heeft hij ook de takken weggezaagd waarop hij zit in de boom. Want niet de dichter is belangrijk, maar wel zijn poëzie. En deze poëzie is belangrijk!


ISBN 9789025447755| Paperback | 56 pagina's | Uitgeverij Atlas Contact | augustus 2016

© Karel Wasch, 18 september 2019

Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER

 


Zoeken

Recensies