Recensie over de bundel
Vrijwel alle gedichten
J. A. Deelder
geschreven door Karel Wasch
De dichter/performer Jules Deelder (1944) uit Rotterdam werd voor het eerst gevraagd door Simon Vinkenoog om op te treden tijdens de roemruchte manifestatie Poëzie in Carré in 1966.
Op zijn CV stond toen: 'Enige maanden per jaar werkend, om het andere gedeelte van het jaar het land te verlaten.' Deelder droeg bij die gelegenheid een bloemetjeshemd, had lang haar en een snor en de Volkskrant meldde: 'Jules A. Deelder, mooi bloesje, accent als een Rotterdamse havenarbeider.' Veel succes oogstte de debutant Deelder nog niet maar dat zou flink veranderen in de jaren '70 en '80.
Deelder plakte zijn haar achterover tegen zijn schedel en kleedde zich in gestreepte mafia-pakken. Hij droeg voor, waar het maar kon. Hij werd gevraagd voor reclames op de tv. Voor Lechner-jenever ('Waar Deelder, daar Lechner!') en Duyvis pinda's o.a. en hij trad op met Herman Brood en Bart Chabot. Ondanks zijn speedgebruik leek hij de zaak redelijk in de hand te hebben. Ik zag hem eens optreden in Rotterdam toen er een enorme katrol losliet uit het plafond en een gat sloeg in het toneel vlak naast Deelder. Hij keek even omhoog en riep naar boven: "Iets meer naar rechts, de volgende keer, graag!" Vervolgens ging hij onverstoorbaar door met zijn voordracht. En niet te vergeten is er een hilarische imitatie van hem door André van Duijn. (Zie youtube!)
Het is niet zo vreemd, dat veel mensen Deelder beschouwen als een performer of clown, maar niet als een serieuze dichter. Na het lezen van zijn verzamelde gedichten, die nu voorliggen, ben ik een andere mening toegedaan.
Deelder schreef sinds 1969 bijna twintig bundels gedichten. Hij ontwikkelde een eigen stijl. Aanvankelijk in de slipstream van de Zestigers (Armando, Sleutelaar, Verhagen en vooral Vaandrager) zoals in Cloud 9 :
De kamer telt twee bedden en een stoel
in een ruwe cirkel rond een hoog irritant
vendutafeltje, dat allang weg had gemoeten, maar
zoals gewoonlijk is het daarvan nog niet gekomen.
Voor me de bus met Airwick (want je weet het nooit;
het gevaar kan elk ogenblik binnenstappen) en een
kopje, de bodem bedekt met theeblaren.(...)
Typische Gard Sivik-poëzie. Een op het oog normale waarneming met een zekere dramatische lading. De eerste bundels Gloria Satoria (1969), Dag en nacht geopend (1970) en Boe! (1972) ademen deze sfeer. De taal is doorspekt met Engelse, Amerikaanse termen en de gebeurtenissen zijn dicht bij huis. Ook ready mades. Vanaf Junckers (1983) komt er iets heel anders door de verzen heen. Deelder draaft met hallucinerende beelden door en dat geeft zijn gedichten een onheilspellende maar tegelijkertijd badinerende ondertoon:
In de
smalle torpedo
onder het blauw
ranke lichaam
van bittere ge-
dachten
het
ijzige beeld
van de dood
blootgesteld,
nauwelijks ge-
schokt door
Radio's.
En met dat spervuur van woorden bereikt hij in Portret van Olivia de Havilland (1985) al een soort ijkpunt in zijn op het oog wilde uithalen, die bij nadere bestudering echter zeer knap geconstrueerd zijn.
Het gedicht bestaat uit 890 regels ononderbroken staccato-poëzie waarin herinneringen uit de jeugd in de vijftiger jaren van de hoofdpersoon in duizelingwekkende vaart de revue passeren. Het doet hier en daar zelfs aan bop-jazz denken en dat is niet verwonderlijk, Deelder bezit de grootste collectie jazz-platen van Nederland.
(...) door zwermen colo-
radokevers die zich
aan het te velde
staande gewas ver-
grepen en deswegen
door het te hoop
gelopen volk zonder
aanziens des persoons
om zeep werden ge-
holpen onder het
zingen van het Wil-
helmus en het aan-
roepen van het Opper-
wezen toen de mannen
nog van ijzer waren
en de schepen van
hout en de pad-
vinderij zich mocht
verheugen in een nooit
gekende populariteit
en de vliegende
schotels ons links
en rechts om de oren
vlogen (...)
Deelder is Rotterdammer, hij heeft als eretitel dan ook De nachtburgemeester van Rotterdam. Op het titelblad wordt het nog eens onderstreept er staat namelijk: 2014, De Bezige Bij, Rotterdam. Terwijl de uitgeverij zetelt in Amsterdam.
In 2003 schreef Deelder een boek (reportage) over Bep van Klaveren, de Rotterdamse bokser met de bijnaam The Dutch Windmill, die hoge ogen gooide als bokser in o.a. Amerika.
In Deelders jeugd lag een groot gedeelte van de stad nog in puin door het bombardement van de Duitsers in de Tweede Wereldoorlog.
Deelder, een fervent aanhanger van voetbalclub Sparta, maakte veel gedichten waarin de oorlog een rol speelt of waarin de Duitsers op de hak genomen worden, vooral tegen een achtergrond van Germanendom, Goden en Arische uitglijders. In de Ring der Kriebelungen uit de bundel Transeuropa (1995) wordt nazi luchtmachtgeneraal Göring weggezet:
Göring had een zwak voor ringen
Hij droeg er twee aan elke vinger
Hij droeg ringen aan zijn tenen
En eentje om zijn lul (...)
En in Bijbelsch (1999) steekt Deelder de draak met het geloof:
Quo Vadis?
Op de A20 staat
een man met baard
Ik stop en vraag
waarheen hij vaart?
Ten hemel luidt
daarop zijn antwoord
Ik ga niet verder
dan Rotterdam
O prima dan pak ik
daar de metro...
Of hij etaleert zich als kok. Uit de bundel NV Verga (2001):
Mengele
Men mengele in
royaal bemeten
mate rivierkreeft
met gepelde rose
garnalen en be-
pleure deze mix
minstens zo ro-
yaal met mayo (...)
Let op hoe de naam van de kamparts van Auschwitz en Engel des Doods, Josef Mengele, gebruikt wordt in een gedicht waarin een kreeftcocktail wordt klaargemaakt. Een typische Deeldertruc, die wonderwel werkt en afstand schept.
Rogi Wieg zei eens over Deelder: 'J.A.Deelder is een kunstenaar die het ongekunstelde tot kunst heeft gemaakt.'
Het minst beviel me de selectie uit Lijf- en andere gedichten (1991). Hier zijn de grappen en grollen te overheersend met zinnen als:
De klok is niet vooruit te branden.
Vrijwel alle gedichten is een mooie verzameling gedichten van prille ready mades tot de delirerende outbursts van een uniek performer, die tegelijkertijd een begenadigd dichter is. Maar vooral een man met een eigen geluid. En de gedichten zijn uit - maar liefst - 20 bundels geselecteerd. Opvallend genoeg komt de lezer weinig echt zwakke verzen tegen.
ISBN 9789023416289 Paperback 824 pagina's Uitgeverij De Bezige Bij november 2004
Normal 0 21 © Karel Wasch, 18 september 2014
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER