Recensie, geschreven door Karel Wasch, over de dichtbundel
Binnenland
Huib Fens
Huib Fens (Breda, 1954) is dichter en beeldend kunstenaar. In 2010 werd zijn eerste bundel ‘dichters’, uitgegeven.. In 2013 verscheen ‘Van Masaccio tot Moeder’ (Aalse Pers). In 2015 gevolgd door ‘De lucht tussen mijn kleren’ (FHK). In 2016 verscheen ‘Capreolus’ (Aalse Pers). De bundel ‘Binnenland’ is de eerste van een tweeluik. In het najaar van 2018 wordt het tweede deel uitgebracht onder de titel: ‘Buitenland’ (Aalse Pers). Losse gedichten werden opgenomen in verschillende verzamelbundels. Fens was jarenlang redacteur van poëzie-uitgeverij Wagner &Van Santen. Hij is docent aan de ABV Tilburg en woont en werkt in Vlaanderen. Zijn gedichten zijn observaties van binnenuit:
ZO BEGINT POËZIE
Zo begint poëzie: een vel papier
dat zich tegen de punt
van een pen drukt,
een potlood
dat schaatst op te dun, bliksemend ijs,
een vingertop over
het onwillig en eigenwijs
alfabet van een gsm.
Niet wachten tot de geest
vaardig over je wordt.
De tong uit de mond
als bij een hond
op een benauwde dag.
Je daagt hem uit tot hij
ongeduldig aan zijn riem rukt.
Hij leidt je naar de rand
van je geheugen.
Daar waar schemer heerst.
Natland, moeras. Gas
dat onwerkelijke beelden
oproept. Hallucinaties
In dit gedicht probeert Fens ons mee te nemen naar het spannende moment, waarop de schrijver gevangen raakt in zijn eigen werkzaamheden. Het proces van schrijven:
als bij een hond
op een benauwde dag.
Zou het gaan lukken? Ademt de schrijver nog na een benauwde zoektocht? En als het goed is waar leidt de schrijver dan de lezer naartoe?
Hij leidt je naar de rand
van je geheugen.
Daar waar schemer heerst
De lezer is het verhaal binnengebracht. Aan de andere kant is hij in een soort tweeduister, een schemergebied terecht gekomen. Een fraaie observatie.
DE SCHRIJVER
Reik hem de steen,
het kleitablet,
het perkament,
wat hij te zeggen heeft
krijgt hij in één bestaan
niet neergepend.
Hij zal het laten
lezen als het lezen
niet meer nodig is,
de werkelijkheid
geschreven taal heeft
ingehaald.
Muggen draaien
als hyena’s om hem heen,
niet langer bereid
rustig te wachten
tot hij zelf
zijn bloed vergeeft.
De schrijver is in dit gedicht iemand van alle tijden. Hij beitelt in steen, stempelt in een kleitablet schrijft op perkament. Volgens Fens maakt het allemaal niet zoveel uit. Hij krijgt toch niet alles op papier, wat hij in één leven zou willen zeggen. En opzienbarend: de werkelijkheid haalt geschreven taal in. Is dat zo? Is juist niet een prachtig geschreven tekst, een standbeeld in de tijd in plaats van het gesproken woord? Het bloed van de dichter, dat door muggen wordt opgegeten als een mooie metafoor voor de gift van de schrijver (Bloed , zweet, tranen)
Een fraaie bundel observaties van een goede dichter!
ISBN 9789081627856 | 63 pagina's | | Aalse pers | mei 2018
Karel Wasch, 31 juli 2018
Lees de reacties op het forum en/of reageer, klik HIER