De aarde
Soms houd ik alleen van de aarde
van dieren niet, niet van mensen
van het hete zand, van het hevige
van grasland 's avonds, van heide.
O aarde ik duik u aan scherven
ik zink in uw zuigende waters
ademloos stijg ik later
naar een blindmakend landschap van zon.
Aanvaard mij in hooi in papavers
in zaden in kruid wil mij bergen
als ik schreeuw om die één om wie
ik zonder genade moet werven.
Aleidis Dierick
uit: Blauwdruk voor een vriendschap,
De Bladen voor de Poëzie, 1981/2
Orion, 1981