Poezie-Leestafel heeft toestemming van Stefan van den Bremt
om bepaalde gedichten op de Leestafelsite te plaatsen.
Ode aan de mus
Schuim onder de vogels,
schuim dat wegstuift en
weer aanwuift als een
kwetterende stofwolk,
schorem dat vecht om
elke kruimel, stof-
badend plebs, honk-
vaste landloper,
Jan Rap dei doodgaat
zonder maat, brutale
bek die stinkt naar
paardenvijgen, gespuis
dat vliegt.
Stefaan van den Bremt
Uit In een mum van taal: gedichten 1968-2002
Lannoo 2002
Men kwam en ging. Men was en bleef...
Men kwam en ging. Men was en bleef
die nam en gaf. Die bad en at.
Bezat. Bedreef. Men las. Men schreef.
Men nam en ging. Vernam. Vergat.
Je kwam en ging. Je was en bleef
die nam wie nam. Die gaf wie gaf.
Het was te geef. Ik las. Ik schreef.
Je ging. Je gaf. Gaaf en onaf.
Stefaan van den Bremt
uit: In een mum van taal,
Lannoo 2002
Schaduw en licht
1
Wat avondjapons onthulden
deed kroonluchters lachen of huilen.
Wat ochtendjurken verrieden
was wat vroeg daglicht verdroeg.
Maar al wat op bloesjesdag
rakelings aan je voorbijging!
Nee, niet aan je voorbij, het bleef
een lente lang als een schaduw
van bloeiende meisjes bij.
2
Een lente lang als een schaduw
van breekbare benen die lengen
en rakelings blijven opdagen.
Wat ochtend koeltjes onthulde
als straatlantarens uithuilen.
Wat avond luchtig verried –
al wat geen daglicht kan velen
en in de schaduw wil schuilen
en één schaduw wil strelen
Stefaan van den Bremt
Uit: A
Uitgeverij: Lannoo
Verschenen op 5 juni 2005