Poëzie-Leestafel

...

  • Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte
Sacha Blé

Leestafel heeft toestemming van
Sascha Blé om zijn gedichten op de
Leestafelsite te plaatsen.


 
Rood

Ik had het rood al vroeg gezien,
maar het moest nog avond worden.
En de aloude tafel
moest nog lang buiten
en het dikke raam nog open geschoven.

Ik moest jou nog vergeten,
jou dat niet schrijven
en over het leven.
Iemand zei toen zachtste woorden,
iemand zag verdwaalde eenden.

Sacha Blé
uit: Onder de pijnbomen gedichten
Uitgeverij Lannoo Tielt 2004

 
In dezelfde wereld

We hielden vandezelfde wereld nu,
we konden nu verder.
Vanop het terras in Alexandrië
moeten we iets hebben gezien,
was het de bries, was het de rif,
was het de zucht, het blauwig gezicht?

over zoiets ouds als De Beeldenstorm,
je liet me stralen, ontroerd betwistte je
dat alle wijsheid eigenwijs is.
Je had het moment onthouden waarop we werden
opnieuw wie we altijd waren
en het moment toen we beslisten
dat niet stormenderhand te veruitwendigen.

Sacha Blé
Uit: Onder de pijnbomen
Lannoo, Tielt 2004

 
Ik mat vanochtend dan die dikte
van ons enige, het berken,
tafelblad, steeds vaker nu
legden we er onze woorden op,
in de fruitschaal, in de voorzichtige
middagzon. We gisten hoeveel
van die stroperige woorden

een dergelijk oud blad dragen kon
en toen je het schilderde op doek
koos je er een statig purper voor
en je toogde onze woorden erop
in een perzikenoranje
dat ik weergaloos, ontzagwekkend
en troostvol vond.

Sacha Blé
Uit: Onder de pijnbomen
Lanno, Tielt 2004

 
Hoe je dat leerde

Hoe je dat leerde hoe een
lichaam toch bescheiden
kon blijven, hoe je dat
leerde en hoe je toch opzij
wou blijven kijken, wanneer
het zich boog, truitje boven
bips net iets te hoog en
wat dat toen vertelde over
willen, over beginnen, over

Sacha Blé
Uit: Afwezigheid
Lannoo, Tielt 2003

 
Overvloed

We kwamen binnen van tussen de overvloed
aan karmozijnrood geworden bladeren, in ons hoofd
dampte Gregoriaans op tussen de fado.
Geen wespen die dansten
op de levenslange keukentafel, geen muren die verbleekten
nu het andermaal in onze ogen waaide.
Voor het eerst werden we onder de voet gelopen

door en spinnend voornemen:
dat ik een handschrift zou aannemen
als het eelt op Iris' voetsporen,
dat jij zou veinzen dat je wist
waarin je voortaan wilde geloven.
Op dat eigenste moment fotografeerden we.
De druppels bloed tegen ons verhemelte, onze naakte ogen.

Sacha Blé
uit: Onder de pijnbomen,
Lannoo, 2004

 
Voor G. Raes, Tuinwijklaan 83, Gent

Ik zie u, meneer, alle dagen wonen
u woont daar zeer lang en zeer lang

als verdoken, ik geniet reeds jaren
van u daar te weten, met uw huis

als geplooid en u zelf al vergetend,
wellicht vroeg niemand u dus wat

het is, een huis, daarin wonen, eten
en roken, maar aan uw huis, gewit,

allerkleinst, vegeterend, en aan hoe
ik u eruit zie treden, had ik het meest

telkens als ik les moest geven, ik hield
eraan uw naam uit het hoofd te leren.

Sacha Blé
uit: Gedichten 2003,
Hugo Brems en Willy Spillebeen,
Davidsfonds 2003