Sprookje
Toen ik klein was
met jong mooi haar
bouwde ik ergens
een kaartenhuis
in een dal
onder de wind
de muren waren ruiten
het dak was van klaver
en voor de deur
stond hartenvrouw
maar nooit
in mijn sprookje
vond Sneeuwwitje
een prins
die bleef.
Paul Snoek
uit:Verzamelde gedichten,
Manteau 1982
Toen ik klein was
met jong mooi haar
bouwde ik ergens
een kaartenhuis
in een dal
onder de wind
de muren waren ruiten
het dak was van klaver
en voor de deur
stond hartenvrouw
maar nooit
in mijn sprookje
vond Sneeuwwitje
een prins
die bleef.
Paul Snoek
uit:Verzamelde gedichten,
Manteau 1982