Poëzie-Leestafel

...

  • Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte
F. Pessoa/ A. Willemsen
August Willemsen
(Amsterdam, 16 juni 1936 - aldaar, 29 november 2007)

August Willemsen was een Nederlandse vertaler van Portugese en Braziliaanse literatuur. Daarnaast heeft hij essays, dagboeken en brieven gepubliceerd.
Willemsen staat bekend om zijn krachtige gebruik van het Nederlands en zijn puntgave stijl.

Na zijn middelbare school in Amsterdam, ging Willemsen in dezelfde stad naar het conservatorium, richting piano. Dit bleek geen succes en op vrij late leeftijd startte hij een studie Portugees.
Door zijn vertalingen van de Portugese dichter Fernando Pessoa raakte hij bekend als een vooraanstaand vertaler.
In 1983 werden zijn vertalingen bekroond met de Martinus Nijhoff-prijs.
In 1986 ontving hij de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs voor Braziliaanse brieven.
Tot zijn overlijden werkte August Willemsen aan een vertaling van het volledige werk van Pessoa.
August Willemsen overleed op 29 november 2007.

Ter nagedachtenis aan August Willemsen plaatsen wij hier enkele van zijn vertalingen van Pessoa, met dank aan De Arbeiderspers voor het verlenen van de toestemming.

"Indien er, sinds Camoes, één Portugese dichter is geweest
voor wie het de moeite loont Portugees te leren,
is het Fernando Pessoa."

August Willemsen


 

Wanneer de lente komt... 

 

Wanneer de lente komt
En als ik dan al dood ben
Zullen de bloemen net zo bloeien
En de bomen zullen niet minder groen zijn dan het vorig voorjaar.
De werkelijkheid heeft mij niet nodig.

Ik voel een enorme vreugde
Bij de gedachte dat mijn dood volstrekt onbelangrijk is

Als ik wist dat ik morgen zou sterven
En het was overmorgen lente,
Zou ik tevreden sterven, omdat het overmorgen lente was.
Als dat haar tijd is, wanneer dan zou ze moeten komen tenzij op haar tijd?
Ik houd ervan dat alles werkelijk is en alles zoals het moet zijn;
Daar houd ik van, omdat het zo zou wezen ook als ik er niet van hield.
Daarom, als ik nu sterf, sterf ik tevreden,
Want alles is werkelijk en alles is zoals het moet zijn.

Men mag Latijn bidden boven mijn kist, indien men wil.
Indien men wil, mag men rondom dansen en zingen.
Ik heb geen voorkeur voor wanneer ik toch geen voorkeur meer kan hebben
Dat wat zal zijn, wanneer het zijn zal, zal het zijn dat wat het is.

(07-11-1915)

© Fernando Pessoa
Uit: Onverzamelde gedichten/De Hoeder van de Kudden
Arbeiderspers 2003
Vertaling August Willemsen


 
XX1V

Soms, op dagen van volmaakt en zeer scherp licht.
Waarop de dingen zo werkelijk zijn als ze maar kunnen zijn,
Vraag ik mij langzaam af
Waarom ik schoonheid toeken
Aan de dingen.

Een bloem bijvoorbeeld, heeft die schoonheid?
Is er soms schoonheid in een vrucht?
Nee, ze hebben kleur en vorm
En ze bestaan, meer niet.
Schoonheid is de naam van iets dat niet bestaat
En die ik aan de dingen geef in ruil voor het genot dat zij mij geven.
Hij betekent niets.
Waarom dan zeg ik van de dingen: ze zijn mooi?

Ja, zelfs mij, die alleen van leven leeft,
Bezoeken, onzichtbaar, de leugens der mensen
Met betrekking tot de dingen,
Met betrekking tot de dingen die eenvoudigeweg bestaan.

Hoe moeilijk is het jezelf te zijn en slechts het zichtbare te zien!

(11-3-1914)

© Fernando Pessoa
Uit: Alberto Caeiro/De Hoeder van de Kudden
De Arbeiderspers 2003
vertaald door August Willemsen

 
XX

 

De Taag is mooier dan de rivier die stroomt door mijn dorp,
Maar de Taag is niet mooier dan de rivier die stroomt door mijn dorp.
Want de Taag is niet de rivier die stroomt door mijn dorp.

De Taag heeft grote schepen
En op haar water vaart nog steeds,
Voor degenen die in alles zien wat er niet is
De herinnering aan de galjoenen.

De Taag ontspringt in Spanje
En de Taag mondt uit in zee in Portugal.
Dat weet iedereen.
Weinigen echter weten welke de rivier is van mijn dorp
En waarheen zij gaat
En vanwaar zij komt.
En daarom, omdat zij minder mensen toebehoort
Is vrijer en groter de rivier van mijn dorp.

De Taag is weg naar de Wereld.
Voorbij de Taag ligt Amerika
En het fortuin van hen die het vinden.
Niemand heeft ooit gedacht aan wat er ligt voorbij
De rivier van mijn dorp.

De rivier van mijn dorp doet denken aan niets.
Wie aan haar oever staat staat enkel aan haar oever.

(08.03.1914)

© Fernando Pessoa
Uit: Alberto Caeiro/De Hoeder van de Kudden
De Arbeiderspers 2003
vertaald door August Willemsen


 

Heb niets in je handen, noch...

 

Heb niets in je handen, noch
Een herinnering in de ziel,

Dan zal, wanneer de laatste obool
Men je in de handen legt,

En men je handen openvouwt
Niets je ontvallen.

Welke troon wil men je geven
Die Atropos je niet ontneemt?

Welke lauweren die niet welken
Onder Minos' oordeel?

Welke uren die ook jou niet
Maken tot de schaduw

Die je zijn zult als je gaat
De nacht in en naar 't einde van de weg.

Pluk de bloemen maar laat ze
Los eer je ze hebt bezien.

Ga zitten in de zon. Doe afstand
En wees koning van jezelf.

(19-06-1914)

© Fernando Pessoa
Uit: Ricardo Reis Odes/Oden
De Arbeiderspers 2002
vertaald door August Willemsen


 
Lisbon revisited (1926)

 

Niets hecht mij aan niets.
Ik wil vijftig dingen tegelijk.
Ik hunker met een drang van honger naar vlees
Naar iets, ik weet niet wat -
Begrensderwijze door het onbegrensde...
Ik slaap onrustig, en ik leef in het onrustig dromen
Van wie onrustig slaapt, half dromend.

Alle abstracte en noodzakelijke deuren heeft men voor mij dichtgedaan.
Gordijnen getrokken voor alle hypothesen die ik van de straat zou kunnen zien.
In de gevonden steeg bestaat het nummer niet dat mij gegeven was

Ik ontwaakte voor hetzelfde leven waarvoor ik was ingeslapen.
Zelfs mijn gedroomde legers werden overwonnen.
Zelfs mijn dromen voelden onwaar in het dromen.
Zelfs het slechts verlangde leven staat me tegen - zelfs dat leven...

Ik begrijp op onsamenhangende momenten;
Ik schrijf in tussenpozen van vermoeidheid;
En een weerzin van mijn eigen weerzin werpt me op het strand.

Ik weet niet welk lot of welke toekomst mijn stuurloze wanhoop past;
Noch welke eilanden van het onmogelijke zuiden wachten op mijn schipbreuk;
Op welke palmbossen van literatuur mij althans één vers zullen geven.

© Fernando Pessoa
Uit: Álvaro de Campos Poesías/Gedichten 1913-1922
De Arbeiderspers 2006
vertaald door August Willemsen


 

Aan de vooravond van nooit vertrekken...

 

Aan de vooravond van nooit vertrekken
Hoeft men teminste geen koffers te pakken
Noch plannen op papier te zetten,
Met onbedoelde begeleiding van wat men vergeet,
Voor het vertrek, vrijblijvend nog, de dag daarop.
Men hoeft niets, niets te doen
Aan de vooravond van nooit vertrekken.
Welk een rust niets meer te hebben om van uit te rusten!
Grote gemoedsrust, de gemoedsrust zelfs geen schouderophaal op te brengen
Voor dit alles, alles al gedacht te hebben,
Is het, welbewust te zijn beland bij niets.
Grote vreugde als geen vreugde meer van node is:
Een omgekeerde buitenkans.
Hoe vele malen lang reeds leef ik
Het vegatieve leven van het denken!
Alle dagen,sine linea,
Rust in ruste, rust...
Grote gemoedsrust...
Welk een vrede, na zo vele reizen, geestelijke en lichamelijke!
Hoe heerlijk kijken is het naar de koffers, starend als naar niets!
Sluimer, mijn ziel, sluimer!
Grijp je kans en sluimer!
Sluimer!
Kort is de tijd die je gegund is! Sluimer!
het is de vooravond van nooit vertrekken!

(27-09-1934)

© Fernando Pessoa
Uit: Álvaro de Campos Poesías/Gedichten 1913-1922
De Arbeiderspers 2006
vertaald door August Willemsen