DENKEN
D is zoek,
Ik zocht hem overal,
in dik, dom, draak,
in daar, deur, denk.
Ik zocht maar door,
in bed, hand, brand,
in haard en hond.
Ik liep maar rond en rond.
Misschien is D wel dood
of gewoon een droom.
Misschien is dat het.
Of hij liep even uit de deur,
op zijn dooie akkertje naar de stad.
Ik dacht: ik weet het zeker.
Het is dat.
D is zoek,
Ik zocht hem overal,
in dik, dom, draak,
in daar, deur, denk.
Ik zocht maar door,
in bed, hand, brand,
in haard en hond.
Ik liep maar rond en rond.
Misschien is D wel dood
of gewoon een droom.
Misschien is dat het.
Of hij liep even uit de deur,
op zijn dooie akkertje naar de stad.
Ik dacht: ik weet het zeker.
Het is dat.