Mogen Mogen - tot dusver slechts mijn ogen - maar mogen, mijn lippen een nachtlang jouw lippen stippen, tekenen, in ultieme tast berekenen, be te ke nen de samenkomst van twee gelaten met verder niets dan onze vingertoppen in een woordloos carnaval, waar woorden alleen nog lipbewegingen zijn in een heelal van vinger en tongtoppen | | | in een niet te stoppen smaken van elkaar waarbij ‘waar’ nergens blijft geen vraag rest dorst dorst lest er gelaat voor aannam stillend want het is niet zo dat wij dorst hebben de dorst heeft dorst en het stillen schiep gelaat om te lessen het lessen gelaat om te stillen zo’n dorst dat hij het haast niet dorst te zeggen en verscheen in gelaat om te ontmoeten in de lijnen van twee snoeten ver voorbij het groeten die de stilte aandoen als twee bootjes op zilver nachtwater de maan
© Robert Verhoeven | |