In erg prettige samenwerking met en met toestemming van Henk van Zuiden is deze pagina tot stand gekomen.
Mariniersbroer
Onze vader zou doodgaan. Door de ijlbrief van dokter mocht mijn broer uit oorlog worden gehaald. Na ansichtkaarten waarop Papoea’s met peniskokers en spannende berichten over piranha’s en klapperratten was hij er heel bruin zelf weer. Hij had giftige pijlen bij zich en voor mij een schild- paddenarmband. In de klas vertelde ik over mijn broer en zijn luchtreis. Nog nooit had iemand van ons gevlogen, dat was voor dure mensen en arme soldaten. Soms sliep ik bij hem. Langs gordijneinden tekenden koplampen van nachtauto’s figuren op de muur. Ze vinden ons, godverdomme, ze vinden ons! Met ingehouden adem bleef ik liggen. Hij sloeg de dekens weg en kroop onder bed, maakte daar kssst kssst geluiden. Het is weer veilig, fluisterde ik, ze zijn weg. Klam kwam hij terug, keek meteen of de veldfles nog onder matras lag. Bij het rinkelen van de wekker liep de oorlog af.
©Henk van Zuiden Uit: De alpendromer en andere gedichten, Kwadraat, Utrecht, 1999
Het mooiste meisje van Loosduinen
Ze zijn er wel, knapperigbroodgeurende meisjes, charme schenkende slijtersvrouw, coole chicks bij delicatessenzaak, of gewoon, fietsend wandelend over het Loosduinse Hoofdplein, en heel soms, heftig knap aan beginpunt van lijn 3. Geen van hen werd gister in Atlantic hotel geweigerd of vandaag door twee portiers het atrium van de witte zwaan uitgezet. Maar ook geen babe weet zoveel mannen op hun knieën te krijgen, straatvoetbal abrupt af te breken, angst bij moslimjongens weg te nemen en macho's een halte te ver laten uitstappen. Bij geen vrouw of meisje zie ik zoveel ongegeneerd zoekende blikken, hoor zelden zulke smeltende troetelwoorden, zijn weinig handen zo vol lef om door haar te kroelen of vragen ze hondsbrutaal naar naam. Dat doen ze alleen bij mijn vriendin met sneeuwbegerende vacht en oceaandiepe ogen.
© Henk van Zuiden Uit: Den Haag, de stad in gedichten, 521, Amsterdam, 2003
Hecht aan jou voor melieve
Slaap wilde jou niet raken. Ik kwam uit de veren om wat zachts te lezen. Voordat ik stil hield bij een gedicht vroeg je: voor wie schreef je 'Ik wil door jouw bloed stromen, ik wil jouw adem halen, ik beloof je samen dood te gaan, later'. Luisterend kijk ik naar je zoekende ogen, schik je kussend in kussens. Onder venster meert een kano, langs roepende olifanten, via grachten reizen we naar Hortus. Rondom jou spreidt waaierboom nieuwe kleuren - Naalden vallen van mijn handen, berijpt mos blijft kleven. Ik plant het op jouw borst, blaas er zaad en goudstof over. Pioenen en lelies bloeien te voorschijn, tintelende sterren verlichten jou. Vanaf Prinseneiland zingt sopraan: ‘Toe lichaam, lig bij mij, rust bij mij onder satijnrozen laken, ik breng jou adem, ik zorg voor hart, jouw hart, ik blijf en ik blijf aan je raken’.
© Henk van Zuiden Uit: Amsterdamse liefdesgedichten, Boekhandel Scheltema, Amsterdam, 2003 |
|
|
Ons huis
Iemand schoot foto van klein huis waar groot gezin woont. Dit huis heeft geen douche. Mijn broers gaan naar badhuis en elke vrijdag wassen de zusjes zich omstebeurt in teil, daarna ik. Dit huis heeft wel 'n donk're beddenkast, als het regent mogen we daar in spelen. Achter de heg ligt bleekveld en een boomgaard met sterappeltjes en suikerperen. Er slingert een paadje naar achterland. Vlakbij geheim kabouterhol, waar ik 's morgens dropveter vind, bloeit mijn naam in margrieten. Verderop grote kippenren, vol konijnenhok (nog wel), korenveld en houtzagerij. De buren heten Bonestroo, Honing en Zaaijer. Soms komt dolle Evert achter hun struiken vandaan. Onze buitendeur gaat 's nachts niet op slot. Misschien is de hele familie wel gestolen. Niemand staat op de foto.
© Henk van Zuiden Uit: Slaapkus, samen met Ilja Walraven, Duo, Den Haag, 200
Wees van dit huis de liefste gast (JvH)
Hier hoef je geen brieven open te snijden telefoon op te nemen of koffie te maken voor waterdragers op buigende ladders. Je mag alles uit de boekenkast lezen en natuurlijk, bier staat koud en de wijn is al gechambreerd, om je niet te jachten houdt de koekoek zich stil en zie, juist vanavond is bloedmooi door uitbundige pioenrozen ’n tapijt gedwarreld waarop je kunt plaatsnemen. Hier, luister, Klang, of wil je de speler eerst laten Bacheren? Doe maar niet alsof je thuis bent: je hoeft nergens om te vragen of voor op te staan, alles wat je behaagt wordt voor jou gedaan.
©Henk van Zuiden geschreven voor de expositie ‘Poëzie boven de bank’, Galerie Joghem, Amsterdam, 2005
|
Victoria regia voor Daan Custer
Waar zijn ze gebleven? De horden fotografen, popelend wachtend op bloei van waterplant met wiegebladeren die (zonder overdrijven) makkelijk een baby te slapen dragen. Zijn cameralui doof voor engelengezang, overgenomen door vroege vogels die niet talen naar waaierende lelies: eerste nacht wit en volgende nacht roze. Of raken lenzen verlegen bij de komst van bittermooi mensenkindje met lijfje uit zuiver marsepein, niet te boet- seren tenen en vingers, fondanten koppetje met oren en neusje en lippen van fijne chocolade, en alles wat het ziet heeft nog geen naam, is van gelijke waarde.
© Henk van Zuiden uit: De alpendromer en andere gedichten, Kwadraat, Utrecht, 1999
Moeder Aarde, Vader Hemel
Dit leven is ons dierbaar― Al stoppen we zelden voor zebra’s, eren vogels met verloren broodpakketjes, jagen honden het bos in, wuiven kinderen ’s winters onverlicht naar school en zeggen zonder blozen bij geplaagde dieren ruimen in plaats van doden. Dit leven is ons lief ― We lopen mee in stille tochten, praten modieus over zinvol en zinloos geweld en trouw aan ons handelen uit naastenliefde blijven we dieren offeren. Vader Hemel, Moeder Aarde, laat de gesneuvelde schepselen na het barre bestaan op aarde in een paradijs waar geen zondig mens bij kan. Amen © Henk van Zuiden Uit: Kippenvel, samen met Ellen van Toor, Proefdiervrij, Den Haag, 2003 Kippenvel Exclusief voor Proefdiervrij hebben beeldend kunstenaar Ellen van Toor en dichter Henk van Zuiden een Kippenvel gemaakt. Klik op de afbeelding om het kippenvel te bekijken. Zie ook Kippenvel
Kwijt
voor Charlotte Meijer Ik kan mijn pen verliezen, of een ringetje, mijn geduld, een jerrycan, mijn gezicht, een sleutel, mijn moeder, en dat is geen dingetje, mijn melktanden in witte zakdoek met gedicht, een jojo, mijn tong, een ijsbolletje, mijn plu, een handdoek en portemonnee, de tijd, of mijn lievelingsdrop, een nog vol rolletje– Niets verlorens vind ik terug in zand aan zee, vooral mijn moeder blijft kwijt, ik bedenk haar overal mee. © Henk van Zuiden Uit: Word nooit verliefd op walvis, samen met Ilja Walraven, Duo, Den Haag, 1999
JERRY CAN CAN
JERRY CAN DRINK, JERRY CAN THINK, JERRY BAM BAM JERRY HATES NIGHT, JERRY MAKES LIGHT, JERRY WHAM WHAM JERRY CAN SING, JERRY CAN SWING, JERRY CAN CAN JERRY GET COKE, JERRY DON'T SMOKE, JERRY BANG BANG JERRY CAN CRY, JERRY CAN FLY, JERRY ZEN ZEN JERRY WONT' SWIM, JERRY LOVES HIM, JERRY SAM SAM JERRY CAN PUMP, JERRY CAN JUMP, JERRY HIGH HIGH JERRY SEEMS PINK, JERRY DON'T SINK, JERRY BYE BYE.
© Henk van Zuiden Poster geplaatst met toestemming van Stichting PlintKlik op de afbeelding voor een grotere versie beeld: Ilja Walraven
Juliana
Elke lente werd een groot podium gebouwd op het voetbalveld van AGOVV. Met mijn klas liep ik daar heen om ter ere van uw verjaardag getrakteerd te worden op een toneelstuk, Piggelmee of Repelsteeltje. Na afloop kregen we bij de uitgang een puntzak met feestsnoep, door u zelf allemaal ingepakt zei de meester. U leek op mijn moeder, Majesteit, alleen werd uw haar veel vaker gekapt en droeg mijn moeder zelden hoeden. Als u of Edith Piaf op tv was, kon u beiden er zeker van zijn dat mijn moeder er zat. Op 30 april aten we paleisbanket en dronken grenadine bij het kijken naar het defilé. 'Ach, wat een stumper,' zei onze moeder dan, 'zó lang op dat bordes staan.' Ik begreep wel dat u in een paleis woonde waar moesten anders al die vazen met bloemen van uw volk blijven? Vaarwel Hoogheid.
© Henk van Zuiden Uit: Slaapkus, samen met Ilja Walraven, Duo, Den Haag, 2004
|