Poëzie-Leestafel

...

  • Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte
Menno Wigman
Meer informatie over Menno Wigman:
Epibreren
Koninklijke bibliotheek
Interview met M. Wigman door A.v.d. Bosch
boeken vpro

Leestafel heeft toestemming van Menno Wigman
om deze gedichten op de Leestafelsite te plaatsen.


 
Levensloop

Voor bijna alles heb ik mij geschaamd.
Mijn nek, mijn haar, mijn handschrift en mijn naam,

de schooltas die ik van mijn moeder kreeg,
mijn vader die zich in een blazer hees,

het huis waar ik voor vriendschap heb bedankt.
Maar nu mijn vader aan vijf slangen hangt,

zijn mond steeds heser over afscheid spreekt,
nu hurkt mijn schaamte in een hoek. Hij stierf

zoals hij in zijn Opel reed: beheerst,
correct, zijn ogen dapper op de weg.

Geen zin in dom geworstel met de dood.
Hoe alles wat ik nog te zeggen had

onder de wielen van de tijd wegstoof.

Menno Wigman
uit: Dit is mijn dag"
Prometheus 2004

 
Stramien

De waanzin zelf gaat goed gekleed.
Zijn werk vergt tact, precisie ook.
Dus kruist hij namen aan,

kamt steden uit, tast schedels af.
Veegt hij zijn voeten, is het raak.
Stampt het in de nok.

Weer vraagt zijn vrouw naar zijn pensioen.
En hij met noodweer nog op pad.
Niet snik. 'Verkeerd bedraad.'

Van luther met zijn inktpot tot Feith,
tot Freud en jou en mij geen mens
die zijn stramien begrijpt.

Menno Wigman
Uit: De wereld bij avond
Gedichtendagbundel 2006
in opdracht van Uitgeverij Prometheus
en Poetry International 2006
gedrukt door Drukkerij Giethoorn
ten Brink, Meppel

 
Tot besluit

Ik ken de droefenis van copyrettes,
van holle mannen met vergeelde kranten,
bebrilde moeders met verhuisberichten,

de geur van briefpapieren, bankafschriften,
belastingformulieren, huurcontracten,
die inkt van niks die zegt dat we bestaan.

En ik zag Vinexwijken, pril en doods,
waar mensen roemloos mensen willen lijken,
de straat haast vlekkeloos een straat nabootst.

Wie kopiëren ze? Wie kopieer
ikzelf? Vader, moeder, wereld, dna,
daar sta je met je stralend eigen naam,

je hoofd vol snugger afgekeken hoop
op rust, promotie, kroost en bankbiljetten.
En ik, die keffend in mijn canto's woon,

had ik maar iets nieuws, iets nieuws te zeggen.
Licht. Hemel. Liefde. Ziekte. Dood.
Ik ken de droefenis van copyrettes.

Menno Wigman
Uit: Dit is mijn dag
Prometheus 2004

 
Misverstand

Dit wordt een droef gedicht. Ik weet niet goed
waarom ik dit geheim ophoest, maar sinds een maand
of drie geloof ik meer en meer dat poëzie
geen vorm van naastenliefde is. Eerder een ziekte
die je met een handvol hopeloze idioten deelt,

een uitgekookte klacht die anderen vooral verveelt
en 's nachts - een heelkunst is het niet.
De kamer blijft een kamer, het bed een bed.
Mijn leven is door poëzie verpest en ook
al wist ik vroeger beter, ik verbeeld me niets

wanneer ik met dit hoopje drukwerk vierenzestig
lezers kwel of, erger nog, twee bomen vel.

Menno Wigman,
Zwart als kaviaar,
Bert Bakker, Amsterdam 2001

 
Glazenwasser ziet schilderijen

Auto's, gelach, geraas: alles slaat dood
op zeven hoog. Ik hoor alleen mijn spons

en het verkouden knarsen van het staal
waaraan ik hang. Soms spreekt een wolk mij aan

of gis ik wat een meeuw te zeggen heeft.
De mensen: druk, wit, stemloos, achter glas.

Op acht hoog kunst. Dat meisje daar, die lach,
wie heeft haar zo bespied dat ze immuun

voor complimenten mijn gezicht in kijkt?
En wanneer breekt die sperwer uit zijn lijst?

Ik hang hier als een ijskoud schilderij
waar niemand oog voor heeft, ik poets en zwoeg

en maak het uitzicht vrij - schilder er maand
na maand onvervalste wolken bij.

Kijk. Daar kruipt al zonlicht in mijn lijst.

Menno Wigman
Uit: De wereld bij avond
Gedichtendagbundel 2006
in opdracht van Uitgeverij Prometheus
en Poetry International
gedrukt door Drukkerij Giethoorn
ten Brink, Meppel

 
Telefunken

Na jaren zwoegen werd ik kleurenblind,
sloeg vonken uit, kreeg klappen, gaf de geest.

Nu sta ik vaal en uitgepraat op straat
en moet steeds denken aan dat lege masker

dat mij zo schaamteloos heeft aangestaard.
Nagepraat. Aanbeden. Stukgemaakt.

De zak. Dat hij niet zag hoe levensecht
ik de tijd uit zijn ogen at. De zak.

Ik gaf hem Hitchcock, borsten, rampen, sikhs.
Ik gaf hem ogen. Oorlog. Noorderlicht.

Maar ik kon gaan. En hij kijkt weer tv.
Straks word ik opgehaald en sterven kilo’s

dode uren op de stortplaats met mij mee.

Menno Wigman
Uit: Dit is mijn dag,
Prometheus 2004