Boven de heuvels hangt een gele rookpluim
met de geur van zwavel en bedrieglijk is dit
onverminderd krassen van cicaden in de
boomgaard. Olijven wachten ongeduldig op
een hand die plukt. De laatste dagen vallen
bekers uit de kasten, zit er 's morgens plots
een nieuwe scheur dwars door alle kamers
heen. Maar hoe kunnen we dit dorp verlaten
waar alle doden rusten. Terwijl landschap wil
vervagen: onder lagen stof en as wordt het grijs
en onherkenbaar toegedekt. Morgen vertrekken
vrouw en kinderen. Mij laat dit huis niet gaan.
Marc Tritsmans
uit: Sterk water,
uitgeverij Lannoo Tielt 2000