en staart me met bevroren ogen aan
betoverd blijf ik zwijgend voor je staan
in twijfel tussen schaamte en verlangen
het lijkt alsof je heim’lijk om me lacht
plezier beleeft aan een hardvochtig spelen
een minnaar die je nooit zal mogen strelen
en die zo kansloos op een teken wacht
je schepper is een kunstenaar geweest
op zijn palet begon jouw eeuwig leven
zijn hand werd kalm bewogen door de Heer
als meester van z’n artistieke geest
hij heeft je zoveel schoonheid meegegeven
mijn teer beminde meisje van Vermeer
Daan de Ligt
Haags stadsdichter