website Ted van Lieshout Leestafel heeft toestemming van Ted van Lieshout om zijn gedichten op de Leestafelsite te plaatsen
Glas Elke morgen stond ze voor het raam te wuiven. Ik zwaaide terug, maar wist niet wie ze was. Buiten ging het leven door, maar 't hare ging niet verder dan het glas. Als ik terug van school kwam keek ik even; het vierde raam, begane grond: een witte muur met stille plooien, alsof de vrouw niet echt bestond. En toen kwam ik haar buiten tegen, haar gang voorzichtig als op glas. Ik groette haar; ze liep op scherven. Ze wist ineens niet wie ik was. Ted van Lieshout "Jij ben mijn mooiste landschap & 267 andere gedichten en tekeningen" Leopold, Amsterdam 2003
Papa's huis Lege kamers geven onze namen terug en kaatsen ook de woorden van de wand. Maar in het behang staan littekens van voltooid verleden, waarin een vader was. Zijn letters worden bewaard; ik schroef ze later op mijn eigen deur. Mam gaat voortaan wonen achter haar eigen naam. Morgen slaan wij nieuwe wonden in een ander huis en roepen dapper verse muren vol. Ted van Lieshout Uit: Als ik geen naam had kwam ik in de Noordzee uit Uitgeverij Leopold, 1987.
Vaders interland Mijn vader heeft het voetballen uitgevonden - de televisie kan er nog van leren - maar ze luisteren nooit. En wat erger is: de andere landen spelen vals. Pas als Nederland heeft gewonnen zegt vader dat het mooi en eerlijk was. Ik vind het zoenen leuk, al kussen ze alleen spelers van de eigen ploeg. Of kun je maar maximaal met zijn elven vrijen? Ted van Lieshout uit: Van, Als & Och, uitgeverij Leopold, Amsterdam 1995
Zijn Als ik mezelf had mogen scheppen, zou ik minder fouten hebben gemaakt. Ik liet mij niet zo verdwalen tussen het gebrekkig zijn en het gebrekkige zijn. Ik gaf mij broodkruimels om de weg terug te vinden, al weet ik niet welke weg dat was en waar die eigenlijk naartoe ging en hoe die heette. Ik at het brood in plaats van het te strooien; honger maakt alle wegen eindeloos lang en laat geen tijd voor rust in de berm, de lucht te zien en daar een vogel thuis. Ted van Lieshout uit: Jij bent mijn mooiste landschap, Uitgeverij Leopold, 2003
Brood Beloof me dat ik me nooit opzij laat schuiven, al is het maar dat ik mijn mond opendoe tegen iemand die voordringt bij de bakker. Maar mannen en vrouwen hebben altijd haast, willen graag even voor, kinderen hebben zogenaamd tijd genoeg (Beloof dan dat als ik mij beurt heb opgeëist, ik niet vergeten ben wat voor brood ik moet.) Dat ik niets durf te zeggen is mijn schuld. Hardop schaam ik me nu eenmaal; als iedereen naar me kijkt zwijg ik vanzelf. Beloof dat ik me er doorheen elleboog, zoals kinderen moeten langs al dat beterweet. Ted van Lieshout uit: Och, ik elleboog me er wel doorheen uitg. Leopold Amsterdam 1988
Versierd als vrouw Ik ben een kwetsbaar type. Als ik mij wil ontplooien gaat men met stenen gooien, dus moet ik in 't geniep, in bittere eenzaamheid, mijn drang naar schoonheid kwijt. De man wordt onderdrukt! De man is steeds gehou'en aan regels die benauwen. Hij moet onopgesmukt in 't saaie pak, de jas en pùh! een streepjesdas! Ik sluit mij op in huis en dicht gaan de gordijnen. Ik laat mezelf verdwijnen . En plotseling kom ik thuis zoals ik van mij hou: verkleed, versierd als vrouw. En dan voel ik me vrij, al ben ik opgesloten, door niemand uitgefloten. Ga allemaal opzij! Ik zwier in mijn japon tot aan de horizon. Ted Van Lieshout en André Sollie(tekeningen) uit: Het is een straf als je zo mooi moet zijn als ik. uitg. Leopold -Amsterdam 2000
Koerdistan Zijn rug. Zwart krullend haar erboven. Centimeter voor centimeter schuift mijn bank dichterbij. Ik denk dat het liefde is, zonder vlinders in mijn buik maar met klem in de kaken. Ik stel me al het leven voor in Ankara, terwijl een hutje op de hei meer sprookje lijkt dan Koerdistan.
Ted van Lieshout uit: van verdriet kun je grappige hoedjes vouwen Uitgeverij Leopold 1986
Buigen Ik zweef boven iedereen uit in het geheim - de wereld weet nog niet precies dat ik er ben. Ik moet soms ook nog wennen aan mezelf, maar mijn voorsprong is al groot. Wie mij voorbij wil op de fiets, moet om mij heen in een bocht. En een bocht is wel een soort van buigen.
Ted van Lieshout uit: Mijn botjes zijn bekleed met deftig vel uitgeverij Leopold 1990
Een rivier dankt haar naam Een rivier dankt haar naam aan de oevers, want het water stroomt anoniem voorbij. Zoals ook ik beweeg binnen de uiterwaarden van wetten, aangeduid word en bepaald. Als ik geen naam had kwam ik in de Noordzee uit, maar de regel houdt me bij elkaar. En als ik overstroom staan dijken mij terecht te wijzen. Toch laat ik schepen door en soms vergaan. Ted van Lieshout uit: Als ik geen naam had kwam ik in de Noordzee uit, opgenomen in: Van, Als & Och, Leopold 1995
Het woordje kunst Eerst dacht ik bij het woordje kunst alleen aan schilderijen, die stilletjes gevangen zijn in lijsten aan de wand. Ik vond dat zielig en ik wou een schilderij bevrij'en, maar ach, ik mocht het zelfs niet eens beroeren met mijn hand. Toen dacht ik bij het woordje kunst ook eens aan beeldhouwwerken, die doodstil staan gevangen op een sokkel in de grond. Ik heb een beeld gestreeld, maar of een steen een aai kan merken? Ik weet niet eens of 't standbeeld zélf wel wist dat het bestond! Nu denk ik bij het woordje kunst aan thuis en aan verhalen, die opgeslagen liggen in een dichtgeslagen boek. Ik kan er met mijn vinger en mijn ogen in verdwalen en vind er soms een streling in als ik een streling zoek. Ted van Lieshout uit: Van verdriet kun je grappige hoedjes vouwen Leopold 1987
Aan tafel Mam geeft mij een mep omdat mijn kleine broertje te ver weg zit. Hij kwam weer te laat voor het eten, maar bracht wel zelfgeplukt onkruid mee voor in een vaas. Zo'n joch van zes, dat al precies weet hoe een moeder moet. Hij, het mooiste zoontje, zit tegenover haar; ze wil hem in haar ogen - de lelijke zoon moet in de buurt van haar handen. Mijn zusje heeft daarvan geen last. Zij pikt een worteltje alvast. Ted van Lieshout Uit: Och, ik elleboog me er wel doorheen Uitgeverij Leopold 1988
|
Lieverd Lieverd moet naar zijn kamer gaan. Moeder wil even ernstig praten met het bezoek, met de deuren dicht, met lieverd uit de weg. Lieverd klompt de trap voor de helft op en dan af, sluipt naar het sleutelgat - ik mag alles weten van mezelf, maar wat is ongeoorloofd schoolverzuim? Wat zijn concentratiestoornissen? - Op tenen sluipt lieverd naar boven Lieverd zoekt in mams slaapkamer wel naar een geheim dat hij begrijpt.
Ted van Lieshout Uit: 'Och, ik elleboog me er wel doorheen' Uitgeverij Leopold 1988
Zeventig jaar verschil Hij klaagt hardop dat hij de nieuwe aardappeltjes niet meer haalt. Ik roep dat ik ze al gegeten heb, dus hij moet terug naar start of naar de gevangenis. Hij strompelt toch al zo moe. Zijn hart. Maar een vriend hoeft niet perce snel te zijn van mij, alleen in de buurt. Hij moet niet zeggen dat het weer weer in de weg zit. Ik weet al lang dat het moet vriezen voor regen ijzelt op straat. En dan strooi ik heus wel zout voor je voeten. Wat heeft het nu voor zin om zo maar dood te willen gaan als ik er toch ook nog ben? Of ben je jaloers dat ik nog zo n hoop te leven heb. Ik ben jaloers dat jij het hebt gehaald. Ik weet niet of ik dat wel kan. Ted van Lieshout, uit "och ik elleboog me er wel doorheen" Uitgeverij Leopold 1988
boekje open hoe ga ik open als een boek? ik wil mezelf eens lezen, bladeren en kijken hoeveel pagina's ik tel. of ik een sprookje ben of meer een studieboek. zou ik mij kopen? lenen bij de bieb? alleen stiekem lezen hoe ik afloop en zachtjes terugzetten in de kast? Ted van Lieshout Uit: Van verdriet kun je grappige hoedjes vouwen, Uitgeverij Leopold 1986
Appelscha Hoe moet zoiets, van hem houden? Zijn vader zegt dat het niet mag vanwege het geloof. Want tussen God en Allah is de liefde vreemd. Dat is nu eenmaal zo. Hij wil zijn pa niet grieven. Alle wegen leiden immers terug naar Ankara. Ik weet alvast: ik blijf alleen. Als Fatima in Appelscha. Ted van Lieshout uit: Van verdriet kun je grappige hoedjes vouwen Uitgeverij Leopold 1986
Een kind kun je niet vasthouden I Zeg mam, er is een man buiten en ook binnen die geen snoepjes heeft, maar me aandacht geeft en woorden zonder een spoor van straf. Hoe kan ik weigeren? Een vreemde haast die ongedwongen - familie is gewoonte - mij omarmt en aait en bestaat alleen voor mij. Jou moet ik delen. Ik ben geen kind of slaaf meer, maar iemand met een eigen naam, zonder dat ik het gras moet maaien voor eten. Ted van Lieshout uit: Als ik geen naam had kwam ik in de Noordzee uit Leopold, Amsterdam 1987
Een kind kun je niet vasthouden II Nog steeds weet ik zijn voornaam niet, alleen de eerste letter. En zelfs toen hij geen vreemde was bleef hij gewoon meneer. En achter de gordijnen was ons groot geheim. Ik wilde wel aan iedereen verklappen hoe bijzonder ik was en mooi en meer. Maar de schaamte hè, de schuld, de schande van onze namen op de schutting en in geheimschrift. Een nieuwe school, andere klasgenoten; ik wilde er bij horen en sloeg de deuren zonder afscheid dicht. Daar heb ik spijt van achteraf, maar uit heimwee zijn naam noemen is ongepast en om die reden doorgekrast. Ted van Lieshout uit: Als ik geen naam had kwam ik in de Noordzee uit Leopold, Amsterdam 1987
Een kind kun je niet vasthouden
III
Dus hij was de man die kinderen stal van hun ouders, voorgoed. Mij dwong hij niet, of toch? De ogen van een vader zonder zoon, de kamer vol verhalen? Daarheen durfde ik te gaan. Hij sloeg zijn armen om me heen waardoor ik hem verstond en liet me zien dat het verschil tussen ons daarna nooit meer was. Een kind kun je niet vasthouden. Ted van Lieshout uit: Als ik geen naam had kwam ik in de Noordzee uit Leopold, Amsterdam 1987
Een kind kun je niet vasthouden IV Een groter man was nooit. In kinderogen kan niemand groter zijn dan wie van je houdt. Maar ik ben zelf zo ongeveer wel uitgegroeid en in welke armen ik ook kom - 't is jammer dat ik het merk - er is mijn voor- of achterkant die op de tocht blijft staan.
Ted van Lieshout uit: Als ik geen naam had kwam ik in de Noordzee uit Leopold, Amsterdam 1987
Moeder Ik wil graag weten wanneer volwassenheid begint. Ik vraag het maar - mijn moeder zegt: hoe oud je ook bent, je blijft altijd mijn kind. Ze heeft haar dood nog niet gepland, is zelfs niet ziek. Ik heb wel alvast gezegd dat ik de kast wil hebben; tegen de tijd dat ik hem erf is hij antiek. Maar dat duurt nog vele jaren. Ze wijst soms naar de rust van Avondrood - daar wil ze later wonen (en of ik vast wil sparen). Het is voor haar eigen bestwil dat ze eerder doodgaat dan ik: een moeder zonder kind, daar bestaat zelfs geen naam voor, zoals weduwe of wees. Nou ja, voorlopig mag ze blijven leven. Een moeder is altijd handig als er even niemand anders is die van mij wil houden. Ted van Lieshout "Jij ben mijn mooiste landschap & 267 andere gedichten en tekeningen" Leopold, Amsterdam 2003
Afscheid Maar ook zonder ons samen draait de wereld wel door, al weet ik niet waarom. Voor vriendschap is verhuizen als de dood. En ik blijf stom omdat ik stoer en sterk moet zijn, zoals wij waren. Maar stil durf ik een onbeholpen woord: enzovoort, enzovoort, enzovoort. Ted van Lieshout uit: Van, Als & Och, Uitgeverij Leopold 1995
Twee honden FloortjeOnze hond is van de dood gestorven. Ze moest een spuitje voor de slaap, een tweede tegen het ontwaken. Mam huilt en legt een bloem op haar lijk; beslissen om iemand te laten gaan, dood, is een soort van schuld, al is een hond niemand. Nu hoeft ze nooit meer om te vallen of hijgen zonder reden, of weten dat ouwe honden sjokken moeten zonder stok. Twee honden Birgiet De dood is me schrikken. Ik raak er niet aan gewend. Nu is de dochter van onze hond die dood is, dood: het bloeden wou niet stoppen. In haar plaats loopt onverschillig de poes achter mam aan die door moet. Nee, ze leert niet hoe te blaffen. Stil streelt haar staart langs moeders benen, een soort van trotse troost. Triomferen is katten niet vreemd. Ted van Lieshout uit: Van, Als & Och, uitgeverij Leopold 1995
|