Poëzie-Leestafel

...

  • Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte
Hans Lodeizen
Zie ook: Hans Lodeizen (biografie)

Leestafel heeft toestemming (gedogen) van
Uitgeverij Van Oorschot om gedichten van
Hans Lodeizen op de Leestafelsite te plaatsen


 

Een lege postbode verdrinkt op de landweg
(Voor A. Morriën)


het is verdomd al weer haast herfst
en mijn vermoeid lichaam dat geen honing kent
lichaam zwak boven mate en gespleten
het is een oud huis als in Greenwich Village

de bomen staan haastig in te pakken
hun bladeren gaan in de koffers van de grond
de wind is een gezwinde sleutel
en over het deksel legt zij een kleed van wolken

de vensters van mijn lichaam zijn blind
en bij het haardvuur van mijn dromen zie ik
de dagen als vlammen boompje verwisselen
en weggaan in een oude stam van het huis

hoe laat zou het al zijn de rivieren staan
te heupwiegen als een raam tegen het landschap
mijn lichaam mijn teder lichaam zachtjes heengaand
of een lege postbode verdrinkt in de landweg.

Hans Lodeizen,
Uit: Het innerlijk behang
Amsterdam, Van Oorschot 1950


 

je hebt me alleen gelaten...


je hebt me alleen gelaten
maar ik heb het je allang vergeven

want ik weet dat je nog ergens bent
vannacht nog, toen ik door de stad
dwaalde, zag ik je silhouet in het glas
van een badkamer

en gisteren hoorde ik je in het bos lachen
zie je, ik weet dat je er nog bent

laatst reed je me voorbij met vier
andere mensen in een oude auto
en ofschoon jij de enige was die
niet omkeek, wist ik toch dat jij
de enige was die mij herkende de enige die
zonder mij niet kan leven

en ik heb geglimlacht

ik was zeker dat je me niet verlaten zou
morgen misschien zul je terugkomen
of anders overmorgen of wie weet wel nooit

maar je kunt me niet verlaten

Hans Lodeizen
Uit Verzamelde gedichten
Amsterdam, Van Oorschot 1996

Zie ook de uitleg van Lambert Wierenga

   
Ik heb mij met moeite alleen gemaakt

ik heb mij met moeite alleen gemaakt.

je zou niet zeggen: je zou niet zeggen dat
het zoveel moeite kost alleen te zijn als
een zon rollende over het grasveld

neem dan - vriend! - de mieren waar
wonend in hun paleizen als een mens
in zijn verbeelding -; wachten zij op regen en
graven dan verder: het puur kristal
is hen zand geworden.

in het oog van de nacht woon je als een merel,
of als een prins in zijn boudoir: de kalender
wijst het zeventiende jaar van Venetië en
zachtjes, zachtjes slaan zij het boek dicht.

kijk! je schoenen zijn van perkament

o- mijn vriend - deze wereld is niet de echte.

Hans Lodeizen
uit: Het innerlijk behang
Amsterdam, Van Oorschot 1950

 
Voor vader

o vader wij zijn samen geweest
in de langzame trein zonder bloemen
die de nacht als een handschoen aan-
en uittrekt wij zijn samen geweest
vader terwijl het donker ons dichtsloeg.

waar ben je nu op een klein ritje
in de vrolijke bries van een groene auto
of legde de dag haar handschoen
niet op een tafel waar schemering en
zachte genezing zeker zijn in de toekomst.

mijn lippen mijn tedere lippen dicht.

16 Juli 1950

Hans Lodeizen
Uit: Het innerlijk behang
Amsterdam, Van Oorschot 1950

 
Allemaal steden

de stad weifelt over de huizen

de morgen vaart over de daken
de stad binnen
de zon staat op tussen de huizen
onder carillonmuziek
de mensen wandelen in het donker
als het elf uur is

de zon spoelt aan op de daken

aan het strand van de verten
ligt de stille zee der lucht
waarin het schip van een kerktoren
flikkert

in de buik van de stad
drinken wij koffie

en de stad zeilt verder.

Hans Lodeizen
Uit: Het innerlijk behang
G.A. van Oorschot Amsterdam 1950