aanval uitlopend op een
flitsend rechtverend moment,
doch het jongetje op een
stukje weide achter de
toeschouwers zijn eigen
wedstrijd spelend, de hond
tussen de naamloze ruggen
snuffelend langs de brakke
grond, de gescheurde
vertrappelde kaartjes in het
uitgekamde gras
en daarboven
de keiharde winterlucht: slechts
hier en daar wat gewiek, slechts
nu en dan een zacht geronk
in het gejuich
verdwijnend.
Roland Jooris
Gedichten 1958-1978
Uitgeverij Lotus,
Antwerpen, 1978