Poëzie-Leestafel

...

  • Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte
Pierre Kemp
Leestafel heeft toestemming van
uitgeverij Van Oorschot (gedogen)
om de gedichten van Pierre Kemp op
de Leestafelsite te plaatsen.

Zie ook:
http://www.unimaas.nl

 
Bloem

Het is een bloem
om er met een vaantje om rond te gaan
en zacht te zingen.
Het is een bloem om niet meer burger te zijn,
maar een broer van een kinderhemdje in zonneschijn.

Pierre Kemp
Verzamelde gedichten
Amsterdam, van Oorschot 1976

 
Van der Kleuren

De zon begint de plaatjes weer te lezen
op de deuren,
glimlacht om de namen naar hun wezen
en fluistert: hier is er geen.
Maar hier woont Van der Kleuren
en die is nooit alleen.
Doopt hij de kleuren in het water
zij worden nimf en hij is sater.
Houdt hij de kleuren naar het licht,
‘Kets’ zegt de vonk en wordt gedicht.
En slaapt die kleurenzuchtige man?
Van kleuren zonder kleren droomt hij dan!

© Pierre Kemp
uit: Tirade 200, jaargang 1974,
Van Oorschot, 1974

 
Rood I

De mensen zien het niet, hoe ik blijf staan
voor een bijzonder rood. Ik kan er niet vandaan.
Het wordt al groter naar ik het bekijk.
Het wordt al dieper naar ik meer wijk.
Rood, waarom zijt gij geen wezen, niet vrouw, noch man,
maar dat ik toch mijn bleke handen geven kan?

Pierre Kemp
uit: Een bloemlezing uit zijn kleine liederen,
G.A. van Oorschot, Amsterdam 2de druk 1984

 
Eenzaamheid

De lucht is zo lila en lauw
om de rose bloemen bij de molen.
Het water ernaast stapt grauw
geruist in de schoepen met vloeiende zolen.
Het is er om in 't grijs gereed te staan
en maar in en uit de kamers te gaan.

Pierre Kemp
uit: Pierre Kemp,
Een bloemlezing uit zijn kleine liederen,
G.A. van Oorschot, Amsterdam, 2de druk 1984

 
Stadsgezicht

De stad is vol wielen en hoeken
De huizen vol ramen en zoeken -
de mensen gaan heen en weer.
De mensen zijn vol mannen en vrouwen
en om de hoek van gebouwen
kijkt een dame in een heer.

Pierre Kemp
Verzamelde gedichten
Amsterdam, van Oorschot 1976

 
Uitbundigheid

Met korven om manen in te vangen,
met bussen vol gezangen,
met potten om lichten in te drogen
reis ik langs de ogen van het land.
Met dozen zonnen,
met klanken in tonnen
en glazen gedichten in iedere dwaze hand.
Waar ik mijn armen ook rek,
ik ben overal gek.

© Pierre Kemp
uit: Een bloemlezing uit zijn kleine liederen,
G. A. van Oorschot, Amsterdam 1953

 
Stationstraat 20 mei 1895

Verdriet om een Koniginnetje

Daar sta ik met mijn bouquet
en mijn oranje sjerp voor mijn klas.
Het is nu ernst. Er wordt op mij gelet.
Ik adem in een klok van glas.
Zon danst door de waaiers van de bomen
met vlaggetjes oranje,rood-wit-blauw.
De stoet moet dadelijk komen.
Ik schijn onzeker, ik vertrouw
mijn hand niet meer. De rozen
beven tussen de groene vulling even.
Onder mijn schouders zinkt het zorgeloze
weg om dit gecontoleerde leven.

Daar is de stoet.
Ik weet, hoe ik nu driemaal nijgen moet
en mijn bouquet moet reiken.
Maar niemand weet, hoe ik mag kijken
van zeer nabij, dan ik alleen,
ik zie mijn rozen en de papieren kant
rond mijn bouquet al in Haar kleine hand.

Maar neen,
al zie 'k een mooie hand in lila schijn,
zij kan niet van het Koninginnetje zijn.
De jongens staan aan de kant der Regentes.
Ik sta verkeerd, rose als een bes.
De bloemen, vlaggen en muzieken van de dag
helpen mij niet. Ik heb de tegenslag!
En stil verpleeg ik mijn kinderlijk verdriet
mijn rozen kreeg het Koninginnetje niet!

Pierre Kemp