Poëzie-Leestafel

...

  • Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte
Gedichten over Italië
Gedichten over Italië

 
De droom van een dorpsjongen

 

Nu ken ik alle kaden, alle stegen,
En de Palazzo's. En ik voel me warm.
Ik liet mijn hart hier achter, allerwegen.
(En op de Academie-brug mijn arm,

Mijn nier op de Rialto. En mijn lever,
Die liet ik achter op het Arsenaal.)
O, deze stad is boven spot verheven...
Maar zelf een rarekiek en toverzaal.

Hier kan men zeer voornaam de pijp uitgaan
In een van die gesloten, hoge panden,
Zelfs als een oplichter nog niet banaal.

O, bij mijn uitvaart, hoop ik, zal je staan
Op een der bruggen van het Canal Grande
En mij voorbij zien glijden als een aal.

Gerrit Komrij
uit: Alles onecht,
De Arbeiderspers, Amsterdam 1984

 
EN

 

En, langs het atrium der Vestalinnen
en op de Via Appia Antica gaan
en onder Titus- en Augustusbogen
en voor de David van Bernini staan,

en uit het Pantheon de mussen horen,
en in de buurt de kuil der katten zien,
en door de parken van Maecenas lopen,
en naar de graven der Horatii,

en zitten in de kerk van San Clemente,
en bij de echo's van een springfontein,
en luisteren naar de blinkende Najaden,
en in een kloostertuin gelukkig zijn,

en door Rome zonder tijd bewegen,
en als een pelgrim in de warme nacht,
en in de kokers van het Colosseum kijken.
En leven in een staat van overmacht.

Anton van Wilderode
uit: Volledig dichtwerk,
Lannoo, Tielt 1999

 
Op een gier

 

Een gier, Giraldo Giacometti,
zong aria's van Donizetti
terwijl een groepje lammeren
daar zacht bij zat te jammeren.
"Wij zingen samen", sprak het dier,
"de Lucia di Lammergier."

Kees Stip,
uit: Het Grote Beestenfeest,
De beste Trijntje Fops aller tijden,
1996, Ooievaar, Amsterdam

   
Venezia

 

't Is avond. Witte gevels staan
als schimmen in de lege zon
te trillen, fraise nevels gaan
als gazen langs de horizon.

Het grauwe water fluistert met de huizen.
Het zwarte water klotst onder de trappen.
Het purper water kabbelt aan de muur.
Het blauwe water krinkelt in de stegen -

Maar Roze vloeit het uit over de Rio,
onder de paarse hemel, in de lage zon.
Roze rust het water in de Rio,

Violette wolken drijven

in de Rio

Grande in de zon.

Leo Vroman
uit: Gedichten 1946-1984,
Querido, Amsterdam 1985

 
Het Italiaansch

 

U minne ik teêr, ô taal van lust en weelde,
Die 't stug Latijn in dartele ontucht teelde;
Die als de kus op malsche lippen smelt,
En 't hart doorstroomt met Liefdes algeweld.
Uw woorden zijn uit zacht satijn geweven,
In toontjens die op donzen vlerkjens zweven;
Uw letters, zoet als Zefirs ademzucht;
En heel uw spraak, één lieve Lentelucht.
Maar meer nog u, ô Vaderlandsche tonen,
Waar kracht en ziel en Hemelgeest in wonen;
Die met den zang van Po en Tyber vliet,
En Godenlust door hart en aders giet,
Maar rijzen kunt, en onder 't boezemstreelen,
Met Godenwil op 't menschlijk hart bevelen,
Zijn stormen stilt, zijn ijs in vlammen zet,
En donders voert, en bliksemend verplet.

Willem Bilderdijk (1756-1831)
uit: Ik reikhals naar het graf,
Bert Bakker, Amsterdam 1981

 
Verschiet te Rome

 

Ruïnes? Ik weet ze in mijn leven al.
Een weids terrein vol brokken, zelf gemaakt,
uit eigen grond gestampt. Maar avondgloed
te Rome, zachtvurige zonsravage regenboogbekroond

laat door geen glorieus verwoest bestaan
zich evenaren. Ik aanzie die wondere
ondergang, besef hoe mijne evenmin fataal
en keer op keer als voor het eerst zal zijn.

Anneke Brassinga,
uit Verschiet.
De Bezige Bij, Amsterdam 2001

 
A funny thing happened

 

Onlangs in Rome
(on my way to the forum romanum)
ontmoette ik een hollandse humorist
maar lachen moest ik pas
toen hij weer weg was.

Remco Campert
uit: Alle bundels gedichten,
De Bezige Bij, Amsterdam 1976