Poëzie-Leestafel

...

  • Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte
Jotie T' Hooft
 
Hij wordt wel eens het wonderkind van de jaren zeventig genoemd. ‘Vlaanderens grootste poète maudit’, ‘zeer treurige prins’ en ‘icoon van de zwarte romantiek’ zijn nog enkele van de namen die men hem geeft. Johan (roepnaam Jotie) werd geboren in Oudenaarde (Oost-Vlaanderen) als zoon van een leraar.

Al vanaf zijn kleutertijd was hij heel taalvaardig en al heel jong begon hij te schrijven, reeds op 12- of 13-jarige leeftijd. Hij hield van lezen en zijn lievelingsauteurs waren Hesse en Kafka. Wegens zijn druggebruik en rebels karakter deed hij bijna alle scholen van Oost-Vlaanderen aan en kwam tussendoor zelfs een aantal weken in een heropvoedingsinstelling terecht. Niets baatte, hij bleef eindeloos experimenteren met allerhande drugs.

In 1975 huwde hij in het geniep met Ingrid, de dochter van Julien Weverbergh, directeur bij de uitgeverij Manteau. In dezelfde periode verscheen zijn eerste bundel “Schreeuwlandschap”. Voor zijn tweede bundel “Junkieverdriet” kreeg hij prestigeuze Reina Prinsen Geerlingsprijs.

Popmuziek, drugs en de dood zijn de thema’s die hem fascineerden. De neerslag van zijn heroïneverslaving vindt men in “Junkieverdriet”. Zijn buitensporig druggebruik leidde tot geldgebrek, gesjoemel en toen dit werd ontdekt tot zijn tweede zelfmoordpoging. Samen met zijn vrouw vertrok hij uiteindelijk naar Brussel waar drugs volledig hun leven domineerden. De zwarte gedachten die zijn leven doordrenkten, werden gevisualiseerd in zijn kamer die volledig zwart was geschilderd. Toen hij onder invloed van speed ook nog zijn vrouw sloeg, verliet die hem.

In de nacht van vijf op zes oktober 1977 overleed hij aan een overdosis in een klein huisje van een drugsvriend in Brugge. Op de muur schreef hij nog voor Ingrid:
Dag kleine meid. Veel geluk.

Tiba.