Poëzie-Leestafel

...

  • Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte
Sonnet 65

Als brons en steen, als land en oceaan
Zich niet tegen de Tijd kunnen verweren,
Kan dan de schoonheid wel die macht weerstaan?
Kan zij, als tere bloem, die storm trotseren?

Hoe overwint de zomerhoninggeur
Het beuken van de stormram van de Tijd?
Terwijl hij zelfs de sterkste stalen deur,
Het hardste rotsgraniet in stukken splijt.

O, wat een schrikbeeld, dat de Tijd zijn gaven
Voor altijd op zal sluiten in zijn kist.
Wat kan zijn vliegensvlugge vaart vertragen?
En wie belet dat schoonheid wordt verkwist?

Geen mens; tenzij in deze zwarte inkt
Mijn lief voor altijd, wonderbaarlijk, blinkt.

William Shakespeare
Vertaling: Arie van der Krogt