Poëzie-Leestafel

...

  • Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte
Ged.met 'n Frans tintje
Gedichten met een Frans tintje

 
Op een muis

Een Franse muis uit Baccarat
had uit een blikje Petits Pois
een kleine camion gesleuteld.
Hij was al door Parijs gereuteld
en volgde nu in richting Tours
de rijweg voor Petits Pois Lourds.

Kees Stip
Het grote Beestenfeest:
De beste Trijntje Fops aller tijden
Bert Bakker 1988

 
Auvergne

De nachten zijn hier hoger
Het land ligt in de zomer
God heeft zich van de wereld teruggetrokken
hier bouwen mensen lange kathedralen

De sterren komen van te ver
voor een gevoel van welbehagen
Ze tellen samen slechts
de afstand tot het lege dak

Waar is de smog van 's Gravenhage
lantarenlicht en burgerplicht
zoveel ruimte kan een stadsmens slecht verdragen
Ik grijp mijn pen en knijp de hemel dicht

© Erwin van Leeuwen

 


Versailles

Onder de vloeren verhuizen wormen de geraamten,
maar op de daken schikken geesten hun vleugels.
Geluidloos wordt in dit paleis de weelde bewaard en
in negen diepe kisten de verwrongen sleutels.

Het is verboden onderling de koning aan te raken
of het verloren voorwerp van een hoveling terug te vinden.
De zonnestralen hebben openbaar de zon verlaten,
om hun kristallen stilte boeit men straks de winden.

De tijd staat stil als de herfst in de tuinen.
De vijver luistert niet meer naar zijn huidig water,
de uilen zijn genummerd, net als de spoken.

Een dag duurt eeuwig in dit huis vol huizen
en vol koningschap, tot brandbaar stof vergaan.
Daarom, dat het hier streng verboden is te roken.

Paul Snoek
uit: Verzamelde gedichten, Manteau,
Antwerpen, 1984²

 
Déjeuner onder het vee

Wij zaten in het gras en
om ons heen zo ver je zag
graasde het vee en lag

tussen ons in op een matras
het déjeuner: worst en diverse
soorten kaas, een stuk paté

jij sneedt het brood en ik schonk
de wijn benieuwd hoe het vandaag
zou zijn en dronk

de worst was boeuf et porc
twee in een lieflijk heuvelland
en in de zon verdorde dieren
gob hebbe hun zielen

kaasjes met de dode kleur
van keldermuren, in doosjes
met vrolijk mekkerende geiten
en monniken, caprice de dieux

een plak paté met vette randen
de zachte levers van ganzen, ziek
gemeste vogels, oiseaux pathétiques

en toen was alles op
waren wij eindelijk alleen
het vee herkauwde om ons heen
wij sliepen nog een uur of twee
de zon stond recht op onze kop.

Rutger Kopland
uit: Onder het vee
Van Oorschot, Amsterdam, 1966

 
Toulon

Geluid dat uit de foto's stijgt
Kale plekken binnen het hoofdgordijn

Wie er allemaal verdwenen zijn
Tegen de lijmstokken van de dood gevaren

Roekeloos, as, verstrooid verleden
Stomme film zonder gebaren

Naar de dood richt ik elk grijs kanon
In de haven van Toulon.

Hans van de Waarsenburg,
uit: De dorst der havensteden,
J.M. Meulenhoff, Amsterdam, 1990

 
Op een muis

Een kleine huismuis aan de Maas
hield niet van Nederlandse kaas.
Was het geen Camembert of Brie
dan huilde hij een dag of drie
totdat zijn moeder zei: "Mon cher,
hou op met je gecamemblèr."

Kees Stip:
Het Grote Beestenfeest,
de beste Trijntje Fops aller tijden
Bert Bakker 1988

 
De omgekeerde zuilen van Venasque

Na lange wandeling over cols, door ravijnen
dronken wij op het dorpsplein de wijn
met volle teugen, als was dit het water
door de waard uit de ronde fontein
in het midden gehaald.

Ik behoorde nog tot de gelukzaligen
die zich laven en het er dan bij laten.
In het uit de rotsen gehouwen kerkje
zagen wij toen antieke zuilen
ondersteboven geplaatst:

kapiteel op de grond, voet tegen 't plafond.
Wisten die christenen veel van de Ouden -
en zouden wij zelf ook niet zo willen leven:
omgekeerd, achterstevoren, andersom
als het kon?

J. Eijkelboom,
Uit: Tot zo ver. De meeste gedichten,
De Arbeiderspers, Amsterdam-Antwerpen, 2002

 
Parijse herfstdag

Ik heb de weemoed van uw stad verstaan.
Een stad vol vreugde, zeiden zij die nooit
Geneuchten weten dan het vlees ontplooit,
Vol zoete tastbaarheid en weken waan.

Maar in uw parken geurde uit iedre laan
't Verleden: grootser tuin, voorlang gerooid;
En iedre lijst die strekt of rijst of glooit
Aan uw paleizen, hing de erinring aan.

Erinnring aan dien groten gouden tijd
Toen om uw zonnekoning 't rijk bewoog,
Moed en bevalligheid en weelde en vlijt.

Gij woelt, maar overwont niet: laag en hoog
Richt over u die Dode; uit perk en boog
Beheerst Zijn IJdelheid uw ijdelheid.

Albert Verwey
uit: Oorspronkelijk dichtwerk,
Querido/v.h. Mees
Amsterdam/Santpoort, 1938

 
Kathedraal

Een stad in Frankrijk, 12e eeuw zowat
Er moest een imposant gebouw ontstaan
Een wandelaar was op 't terrein verschenen

En sprak daar een der vele werkers aan
"Wat doet ge, vriendlief?"Antwoord: "Ik klop stenen"
(De man was een pragmatische figuur)

Diens buurman zei, "Iets nuttigs, zou ik menen!
Het loon hier is twee schellingen per uur
Wat doe ik? Ik verdien, en dat is dat"

De derde had een hoger ideaal
"Ik bouw, "verklaarde hij, "een kathedraal"

Drs. P.,
uit: Dozijnen Onzijnen,
Ars Scribendi, Harmelen, 1998

 


Moissac

Hoe moeten we door dit portaal
naar binnen? Ik kan niet verder
en blijf staan. Tussen de sleutels
die Petrus peinzend koestert
en Jesaja's neergeslagen blik
rekken zich leeuw en leeuwin
staande op leeuwin en leeuw.
Naast Jeremias, rug aan rug met
Paulus, starend naar de voorhal
van een kerk vol heidenen.
Ik kijk omhoog en zie de deur
die is geopend in de hemel.
Ik zie de troon en op die troon
versteent hij die tot leven wekt;
zijn linkerhand rust op een boek.
Hoe kom ik onder dit visioen
vandaan? Wat te beginnen
met de vierentwintig oudsten
en die vier dieren vol ogen,
die elk zes vleugels hebben,
en die twee sterke engelen
die zwijgen?
--------------Wat moeten wij
met deze beelden, ontleend
aan een vergeten boek?

Stefaan van den Bremt
uit: A. Gedichten,
Lannoo, Tielt 2005