Poëzie-Leestafel

...

  • Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte
 
Jaroslav Seifert
(Tsjechië 23 sept. 1901- 10 jan. 1986)

 

Jaroslav Seifert werd geboren in een arbeidersgezin en groeide op in een arbeiderswijk in Praag.
Hij verliet de school om journalist te worden en maakte carrière bij de linkse pers.
Op het einde van de jaren 20 kwam hij voor het eerst in conflict met de communistische partij en stapte over naar de sociaal-democraten.
Aanvankelijk schreef hij vooral revolutionaire gedichten, later meer lyrische poëzie.
In 1936 kreeg hij de staatsprijs voor literatuur.
In 1948 smolten de communistische partij en de sociaal-democratische partij samen, maar weer verzette hij zich tegen de ideologie van de machthebbers. Hij kreeg geruime tijd publicatieverbod. Zijn gedichten circuleerden echter met veel succes ondergronds. Erkenning bleef niet uit. In 1966 kreeg hij de eretitel "nationaal kunstenaar".
Tijdens de Praagse lente van 1968 ijverde hij voor de rehabilitatie van vervolgde collega's. Na de inval van de sovjettroepen belandde zijn werk in het ondergrondse circuit, maar werd ook naar het buitenland gesmokkeld en daar gedrukt.
In 1981 verschenen zijn mémoires.
De bekroning van zijn werk volgde in 1984: de nobelprijs literatuur. De jury prees de "frisheid, gevoeligheid en rijke inventiviteit" van zijn gedichten.
Hij overleed in Praag op 10 januari 1986.
Zijn poëzie is vol fantasie, rijk aan treffende details en verwijst herhaaldelijk naar zijn jeugdjaren.

Werken van Seifert: 'Stad in tranen' (1921), 'De handen van Venus' (1936), 'De helm van de aarde' (1945), 'Moeder' (1954), 'Het afgieten van klokken' (1967), 'De komeet van Hailey' (1969), 'De pestzuil' (1977), 'De paraplu van Piccadilly' (1979), 'Alle kleuren van de wereld' (1981), 'Mozart in Praag'(1985).

Tiba.